Haris.



Burgemeester Ali Naser moet bijna schreeuwen om boven het kabaal uit te komen: 'Ja, Haris is niet meer wat het geweest is.
Toen de Nederlanders hier waren zag het er heel anders uit.' De wegen worden gerepareerd en dat brengt een hoop herrie met zich mee. Maar Naser trekt zich er niets van aan: 'Ook Haris moet vooruit', zegt hij. Waar ooit de Nederlandse vlaggen wapperden, hangen nu Italiaanse vlaggen.

Tussen het verkeer Rijden VN-jeeps met de Italiaanse vlag erop. De inwoners van Haris kijken de Italiaanse voertuigen wat argwanend na.
Naser: 'De bewoners hebben eigelijk niks met de Unifil-troepen. Maar de Italianen zijn hier ook pas een jaar. Toen de Nederlanders er waren was het begin ook moeilijk.'

De Italiaanse troepen hebben nauwelijks contact met de inwoners van Haris. Dit komt mede door de opgeschroefde veiligheidsmaatregelen. Die zijn in werking gesteld na de aanslag op de Spaanse troepen, in juni van dit jaar, waarbij zes blauwhelmen om het leven kwamen. Naser weet nog goed dat het er heel anders aan toe ging toen de Nederlandse blauwhelmen er waren: 'We speelden wel eens een potje voetbal samen en ze kwamen ook soms een kopje thee drinken.' De Burgemeester is ook nog steeds zeer onder de indruk van het respect dat de Nederlanders toonden voor de Libanese cultuur en gewoontes.
'Ik kan me nog goed herinneren, dat toen mijn vrouw en ik ons eerste kind kregen in 82', de Nederlanders op kraamvisite kwamen. Dit getuigt van een grote mate van betrokkenheid.' Haris is uitgegroeid tot een ware stad. Er staan prachtige huizen en in het centrum is het een drukte van belang. Tijdens de oorlog vorig jaar, is het plaatsje nauwelijks geraakt. Naser is ervan overtuigd, dat wanneer de wegen afzijn, Haris er prachtig uit zal zien. ' De mensen verdienen dat na al die jaren van oorlog en onrust', zegt hij.

'Maar ook de Nederlanders, die hier jaren hebben gezeten, verdienen een mooi Haris.'


Met dank aan Zainab Hammoud (studente journalistiek).

Terug.